Zran

Inleiding: ook dit is een verhaal in een verhaal, maar dan in ‘de Ziener’ het vervolg op ‘de tovenaar’. Bodo is verdwenen en wordt onder andere door Erduban, samen met zijn pleegdochter Talin en Zlatan, een jonge prins, gezocht. Onderweg vertelt Talin Zlatan het verhaal van de vernietiging van Zran, de stad waar zij als kind gelukkig was:

Ze naderden Zran. Zlatan probeerde Talin te bekijken zonder dat zij of Erduban het zagen. Hij vond haar elke dag mooier worden. ‘s Nachts droomde hij van haar. Ze had zo’n mooi gezicht en zulke verdrietige ogen die tegelijkertijd zo warm konden glimlachen. De lange, rode haren die achter haar aan golfden als ze in volle vaart galoppeerde. Hij wist het nu zeker, hij was verliefd op haar. Op een onbeholpen manier probeerde hij haar dat te tonen.

Talin probeerde het zoveel mogelijk te negeren en deed dat zo vriendelijk dat hij geen gezichtsverlies leed. Als ze teveel hinder had van de verliefde blikken die hij haar toewierp, leende ze zijn paard tijdens de lessen en vertrok. Maar deze dag bleef zij in het rijtuig zitten. Ze was stil en afwezig en keek naar buiten zonder dat wat ze zag tot haar door leek te dringen.

Om indruk op haar te maken, vertelde Zlatan enthousiast dat hij volgens Hakim een goed krijger zou worden: hij was sterk, reed als de beste, had een vaste hand en was niet bang.

‘Alle eigenschappen om een goed strijder te worden, om mijzelf, mijn geliefden en het land te beschermen tegen schoften als Larsen,’ schepte hij op.

‘Een goed soldaat,’ vroeg Erduban. ‘Wat is een goede soldaat?’

‘Ik weet het wel, Bodo was ook geen strijder, maar ondanks dat ik hem bewonder, hoef ik toch niet te worden zoals hij? Ik word liever iemand als mijn vader of Hakim. Zij hebben hun leven op het spel gezet voor de goede zaak. Ik …’

‘Ik heb ook veel “goede” strijders gezien en ik walg van ze.’

Talin sprak de woorden hard, ze spuugde ze bijna uit. Ze vertrok haar gezicht tot een grimas. Geschrokken keek Zlatan haar aan, het was voor het eerst dat zij tijdens de lessen ongevraagd haar mond open deed. Erduban zei niets, maar keek haar bezorgd aan.

‘Ik kom uit Zran, Zlatan. Zran, de stad die zo geleden heeft onder de woede van Naïr dat ze compleet is weggevaagd. Toen Erduban mij uit de kerkers haalde, bleek ik de enige overlevende te zijn. Het laatste, nog levende slachtoffer van stoere strijders.’

Talin zweeg, zonder dat ze er erg in had liep een traan over haar wang.

‘Zran, het was zo’n mooi stadje. Het lag daar in een breed dal vlakbij de plek waar twee rivieren zich samenvoegen. Het was een oude stad, moet je weten, nog gebouwd door de oudsten. Ze was helemaal ommuurd. De huizen die aan de binnenkant tegen de muur gebouwd waren, waren wel vier verdiepingen hoog. We voelden ons er veilig. Mijn vader was slager, de beste slager van de hele stad, zei hij altijd. Mijn moeder, mijn twee zussen, m’n broertje en ik, we konden er goed van eten. Toen Naïr kwam, was ik een jaar jonger dan jij nu bent en mijn broer was net zo oud als jij, zeventien jaar. Zijn leven lag voor hem, net als nu voor jou. En toen kwam Naïr. We wisten dat hij zou komen, toch was het zien van hem en zijn mannen voor ons een grote schrik. Voordat we hem zagen, voelden we ons veilig achter onze hoge muren, daarna niet meer. Angst beving ons. De arrogantie waarmee ze zich tegoed deden aan ons vee, waarmee ze onze oogst verwoestten, de zekerheid omdat ze wisten dat niets hen bedreigen kon en dat wij hopeloos verloren waren: het schokte ons.

Natuurlijk boden ze ons de mogelijkheid om ons over te geven, maar de voorwaarden waren zo wreed dat we ze niet konden accepteren. Die strijders wilden niet eens dat we ons overgaven. Dood waren we meer waard voor ze, dat wisten ze toen al.

Daarna begon de strijd. Mijn vader viel in de eerste ogenblikken, hij werd van de muur afgeschoten zonder dat hij iets heeft kunnen doen. Niemand kon wat doen, want we waren slager, boer, schoenmaker of bakker. We waren van alles, maar geen strijder. Ze groeven een geul naar de muur, ondermijnden de poort en sloegen een bres. Ze stroomden de stad binnen. Iedereen wist dat het einde daar was. Met de moed der wanhoop verdedigden we ons en volgens mij vielen veel van Naïrs mannen. Maar hij gaf daar niets om. Ik zag mijn broer vallen. Hij stond op de muur. Zijn wapens, hij had de slachtmessen van mijn vader uit de slagerij gepakt, was hij allang kwijt. Hij huilde en was bang. Eén van Naïrs mannen pakte hem bij de schouders en slingerde hem van de muur. Hij lachte toen hij dat deed. Mijn broertje viel gillend naar beneden. Hij viel met zijn hoofd op de straat. Zijn bloed…,’ Talin hijgde en zweeg. Zlatan luisterde met de tranen in de ogen.

‘Zijn bloed, zijn resten, ze spatten op mijn kleren. Ik rende gillend naar huis en verstopte me daar samen met mijn moeder en zussen. Natuurlijk werden we gevonden. Ze wisten waar ze moesten zoeken. Ze hadden al zo veel mensen opgespoord die zich in huizen als de onze verstopt hadden. Eén van mijn zussen verdedigde zich, ze werd voor mijn ogen doodgestoken. Daarna werden we ….’ Talins stem was nu monotoon, ze keek naar de grond en huilde niet meer. Haar gezicht stond strak.

‘Ik was nog maagd, het deed zo zeer, het was …. Mijn moeder werd door vier mannen achter elkaar verkracht. De laatste doorstak haar toen hij overeind kwam. ‘Klaar,’ riep hij, terwijl hij dat deed. Hij veegde daarna zijn zwaard af aan de kleren van mijn moeder.

Ik weet niet hoeveel mannen mij genomen hebben, ik raakte de tel kwijt. Toen ze er eindelijk genoeg van hadden, keek één van de mannen mijn zus en mij aan. Ik weet het nog goed, hij had rode haren, rood met al enkele grijze vegen erdoorheen. ‘Zo meisjes,’ zei hij, ‘ik weet dat er nog één meisje mee kan naar Dargor, de ander … tja. Wie zal het wezen?’ Hij keek ons daarbij vragend aan. De mannen om hem heen lachten, alsof hij een goede grap maakte. En ik ….’

Talin begon nu heel hard te huilen, ze schokte met haar schouders. Erduban nam haar in zijn armen en streelde haar. De oude man fluisterde woorden die Zlatan niet verstond. Zlatan zelf zat lijkbleek in het rijtuig en keek naar Talin en Erduban. Hij huilde nu niet meer, maar tijdens het verhaal van Talin hadden de tranen onophoudelijk over zijn wangen gelopen. Eindelijk hield Talin op met huilen. Ze bleef nog een tijd in de armen van Erduban liggen. Toen ging ze weer rechtop zitten en probeerde met haar mouw haar gezicht weer droog te wrijven.

‘Weet je Zlatan, je mag best een strijder worden, maar niet zoals zij.’

‘Nooit Talin, nooit.’

 Benieuwd naar ‘De Ziener’?

‘De Ziener is verschenen als ebook en te downloaden via www.anthune.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *