De Tovenaar – de cover

Voor de cover is een uitsnede van het schilderij ‘de duivelsbrug’ van Carl Blechen gebruikt. Het schilderij is gekozen vanwege de dreigende sfeer. Daardoor past het goed bij het verhaal van ‘De tovenaar’. Toen Bodo op de vlucht was uit Freigum moeten de bergen er net zo ongastvrij hebben uitgezien als dit bergdal.
Het schilderij hangt in de Neue Pinakothek in Munchen en was in 2006 nog in Nederland te bewonderen in het Mauritshuis te ‘s-Gravenhage.
Carl Blechen is geboren 29 juli 1789 in Cottbus (Duitsland) en overleed in 23 juli 1840 ten gevolge van een geestesziekte. Hij was één van de ‘italiënisten’, schilders die in Italië inspiratie opdeden. Omdat hij niet uit een rijke familie kwam, was hij voor zijn schilderscarrière  militair en heeft hij bij een bank gewerkt. Wanneer hij eindelijk in de gelegenheid is om aan de Academie in Berlijn te studeren, wil hij niet voldoen aan de regels die hem daar worden bijgebracht, Hij bevrijdt zich van de academische manier van werken. In 1828 verblijft Carl Blechen een jaar in Italië, voor hem de gelukkigste tijd van zijn leven. In oktober 1829 keer hij terug en schildert in dat jaar in de Alpen ‘de duivelsbrug’ over de rivier ‘de Reuss’. Men is dan net bezig de oude brug te vervangen voor een nieuwe. Die plek was toen een gangbaar en romantisch thema in de literatuur en
kunst. Nergens kon de reiziger beter de nietigheid van de mens tegenover de  overweldigende grootsheid van de natuur beleven dan daar. Maar voor Carl Blechen
betekent het ook: afscheid nemen van Italië, zijn paradijs.

Omdat er meerdere personen op het schilderij voorkomen wat niet paste bij het verhaal moest helaas gekozen worden voor een uitsnede. Maar het oorspronkelijke schilderij is hier te bewonderen.

Bronnen:

  • Droom van Italië, Henk van Os, Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis, Den Haag, Waanders Uitgevers Zwolle, ISBN 9040081735, 2006
  • Wikepedia