Geheel volgens het tijdelijk aangehangen principe (als dat geen contradictio in adjecto is weet ik het niet meer) dat je niet teveel moet posten, weer eens een bericht van mij. Maar ja, ik heb dan ook weer wat te melden, belangrijk en onbelangrijk nieuws. Allereerst heb ik veel meegemaakt de laatste maanden, verdrietige dingen (een overlijden in de nabije familie), maar ook vrolijk nieuws als een nieuwe baan. Echter, dit is niet zomaar een dagboek, maar een dagboek van een schrijver dus laat ik mij nu weer op mijn schrijversbestaan richten.
Het redigeren van ‘De tovenaar’ is hopelijk klaar. Ik heb het boek nu zeker 4 maand geleden dichtgeslagen en er niet meer naar om gekeken. Of het echt klaar is weet ik pas als het ik er weer in ga lezen, maar dat heb ik tot nu toe uitgesteld (uit angst dat het toch nog niet af is). Verder heb ik een nieuw omslagontwerp gemaakt. Ik heb vooralsnog gekozen voor een schilderij van Carl Blechen uit 1830 en ben nu bezig de rechten te regelen.
Daarnaast zit de eerste redigeerronde van ‘de ziener’ er op. In tegenstelling tot de bij ‘de tovenaar’ heb ik nu wel gebruik gemaakt van proeflezers. Dit is mij bijzonder goed bevallen. Op twee na heb ik alle uitgezette exemplaren terug gekregen met enorm waardevolle feedback. En elke proeflezer had wat interessants te melden. De verschillende commentaren vulden elkaar prachtig aan. Proeflezers: bedankt!
Het moment komt nu dat ik moet gaan besluiten hoe ‘de tovenaar’ uit te geven. Keuzes die gemaakt moeten worden zijn waar uitgeven (Attest Fantasy), flaptekst maken, oplage en prijs bepalen, nieuwe teksten website schrijven, persbericht schrijven, bedenken hoe in de boekwinkel te komen (welke prijs en korting voor de winkel? retourrecht? verkoop onder consignatie? etc.) . Kortom: nog genoeg te bedenken en te besluiten.
